kerngroep
Nederlands
Woordafbreking
- kern·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kern en groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerngroep | kerngroepen |
verkleinwoord | kerngroepje | kerngroepjes |
Zelfstandig naamwoord
kerngroep v/m
- een groep binnen een grotere organisatie die de voorhoede vormt of het belangrijkste is
- De snelste schaatsers van Nederland zitten in de kerngroep van de KNSB.
- De EU groeit nu al in de richting van een project met meerdere snelheden: een kerngroep omringd door landen die soms wel meedoen - bijvoorbeeld Schengen - en soms ook weer niet. Daardoor ontstaat voor alle partijen grotere vrijheid en flexibiliteit. Die kerngroep zal, onvermijdelijk, op bepaalde terreinen een sterker federaal karakter hebben. Dat schept echter ook helderheid: op de meeste andere terreinen blijft zo juist de soevereiniteit van de nationale staten gegarandeerd. En met zo’n constructie ontstaat eindelijk ook ruimte voor een duidelijke en volwassen democratische verantwoording op alle Europese niveaus. Zo zou het kunnen gaan. [1]
Gangbaarheid
- Het woord kerngroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerngroep' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Geert Mak 2 juli 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.