kerkprovincie
Nederlands
Woordafbreking
- kerk·pro·vin·cie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk en provincie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkprovincie | kerkprovincies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kerkprovincie v [1]
- (religie) rooms katholieke kerk: groep bisdommen die onder één aartsbisschop vallen
- Ook de Nederlandse kerkprovincie heeft te maken met verschillende kerkvisies, schetst theoloog Frank Bosman. „Waar aartsbisschop Eijk in Utrecht meer kiest voor het handhaven van de leer, vindt De Korte pastorale fijngevoeligheid belangrijker dan de letter van de wet. En waar Eijk de samenleving als een antikerkelijk blok ziet, treedt De Korte de samenleving juist met open armen tegemoet.” [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kerkprovincie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.