kerkgangster
Nederlands
Woordafbreking
- kerk·gang·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkgangster | kerkgangsters |
verkleinwoord | kerkgangstertje | kerkgangstertjes |
Zelfstandig naamwoord
kerkgangster v
- (religie) een gelovige vrouw die zich naar de kerk begeeft om de kerkdienst bij te wonen (vrouwelijke vorm)
- Ze was rooms-katholiek en een toegewijde kerkgangster.
Vertalingen
1. een gelovige vrouw die zich naar de kerk begeeft om de kerkdienst bij te wonen
Gangbaarheid
- Het woord 'kerkgangster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.