kerkbank
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkbank (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.bɑŋk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.bɑŋk/
Woordafbreking
- kerk·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk en bank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkbank | kerkbanken |
verkleinwoord | kerkbankje | kerkbankjes |
Zelfstandig naamwoord
kerkbank v/m
- (religie) een bank in een kerkgebouw waarop een dienst kan worden bijgewoond
- Wat gaat er na de sluiting van de kerk met de kerkbanken gebeuren?
Vertalingen
1. een bank in een kerkgebouw waarop een dienst kan worden bijgewoond
Gangbaarheid
- Het woord kerkbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerkbank' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.