katrol

Een takel met twee katrollen/blokken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·trol
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hijsblok’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1460 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord katrol katrollen
verkleinwoord katrolletje katrolletjes

Zelfstandig naamwoord

katrol v/m

  1. (techniek) een werktuigonderdeel dat het mogelijk maakt een last met een beperkte kracht op te hijsen, te laten zakken of te verplaatsen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord katrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.