kasteeltuin

Nederlands

Niet te verwarren met: kasteelpark
kasteeltuin
Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·teel·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kasteeltuin kasteeltuinen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kasteeltuin m [1]

  1. een tuin direkt bij het kasteel of landhuis
    • Bij de reconstructie is gekozen voor de achttiende-eeuwse opzet. De kasteeltuin van Huis Bergh, die net buiten de omwalling van het slot zelf ligt, is echter veel ouder. Al in 1461 wordt een ‘tuyn’ vermeld in een document uit de tijd van kasteelheer graaf Willem van den Bergh. Het is daarmee de oudst bekende kasteeltuin van Nederland en ook daarbuiten zijn er maar heel weinig vroegere voorbeelden. Het boek bij de reconstructie en een kleine presentatie in het kasteel, geven allerlei informatie over de geschiedenis van de tuin, de gewassen en tuinlieden, en het gebruik ervan. [2] 
Synoniemen
  • slottuin

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kasteeltuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bram de Klerck 6 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.