kasboek
Nederlands
Woordafbreking
- kas·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kas en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasboek | kasboeken |
verkleinwoord | kasboekje | kasboekjes |
Zelfstandig naamwoord
kasboek o
- een schriftelijke notatie van alle in- en uitgaven die bij een geldkas hoort
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord kasboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kasboek' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.