kapoen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·poen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gecastreerde haan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kapoen kapoenen
verkleinwoord kapoentje kapoentjes

Zelfstandig naamwoord

kapoen m

  1. een gesneden haan
  2. een kwajongen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kapoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.