kantor

Indonesisch

Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Nederlandse "kantoor," dit is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong

Zelfstandig naamwoord

kantor

  1. kantoor
Afgeleide begrippen
  • berkantor, kantoran, ngantor, perkantoran, sekantor


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkɑntuɾ /
Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige nammwoord cantor, dat van het Latijnse werkwoord canere of cantare komt.
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kantor     kantoren     kantorer     kantorene  
genitief   kantors     kantorens     kantorers     kantorenes  

Zelfstandig naamwoord

kantor, m

  1. (beroep), (muziek), (religie) kantoor
Afgeleide begrippen
  • kantori


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkɑntuɾ /
Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige nammwoord cantor, dat van het Latijnse werkwoord canere of cantare komt.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kantor     kantoren     kantorar     kantorane  

Zelfstandig naamwoord

kantor, m

  1. (beroep), (muziek), (religie) kantoor
Afgeleide begrippen
  • kantori
  • kantorikor


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

kantor, o

  1. (beroep), (muziek), (religie) kantoor
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.