kalfsoester

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalfs·oes·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gepaneerd lapje kalfsvlees’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • samenstelling van  kalf   en  oester   met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kalfsoester kalfsoesters
verkleinwoord kalfsoestertje kalfsoestertjes

Zelfstandig naamwoord

kalfsoester v/m [3]

  1. gepaneerd stuk kalfsvlees
    • Ik at deze kappertjes van de week over een salade niçoise (erg lekker), over een kalfsoester met linzen (niet te versmaden) en over dit nederige, maar oh zo lekkere schoteltje van witte bonen, ui, tomaat en tonijn. [4] 
Hyperoniemen


Vertalingen


Gangbaarheid

  • Het woord kalfsoester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.