kaken
Nederlands
Woordafbreking
- ka·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ingewandsverwijdering van haring via de kieuw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1462 [1]
- In de betekenis van ‘op het punt staan te braken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kaken |
kaakte |
gekaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
kaken
- overgankelijk, (visserij) de ingewanden van een vis ontdoen
- Bij het kaken worden met een speciaal mesje de kieuwen en de ingewanden van de (nog niet geslachtsrijpe) haring verwijderd, op de alvleesklier na
- De haring wordt eenmaal aan boord onmiddellijk gekaakt.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kaken' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkɑːkən /
Woordafbreking
- ka·ken
Naar frequentie | 4825 |
---|
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkɑːkən /
Woordafbreking
- ka·ken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.