kaaiman
Nederlands
Woordafbreking
- kaai·man
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘krokodilachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1564 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaaiman | kaaimannen kaaimans |
verkleinwoord | kaaimannetje | kaaimannetjes |
Zelfstandig naamwoord
kaaiman m
- (reptielen) krokodilachtige uit de onderfamilie Caimaninae van de familie alligators
Verwante begrippen
- alligator, gaviaal
Hyponiemen
- brilkaaiman
Vertalingen
1. krokodilachtige uit de onderfamilie Caimaninae van de familie alligators
Gangbaarheid
- Het woord kaaiman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kaaiman' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.