juchtleer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jucht·leer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘soort leer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1609 [1]
  • samenstelling van  jucht zn  en  leer zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord juchtleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

juchtleer o

  1. oorsponkelijk uit Rusland afkomstig waterafstotend leer dat met berkenteerolie bereid is
    • De soldatenlaarzen waren van juchtleer vervaardigd. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord juchtleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.