juchtleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jucht·le·ren
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen juchtleren

Bijvoeglijk naamwoord

juchtleren

  1. van juchtleer vervaardigd
    • Hij droeg een paar juchtleren laarzen. 

Gangbaarheid

  • Het woord juchtleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.