jubileumjaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ju·bi·le·um·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jubileumjaar jubileumjaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

jubileumjaar o

  1. een jaar waarin gevierd wordt dat iets een aantal jaren bestaat; meestal gaat het om een aantal dat een veelvoud is van 5 of een deel van 100
    • De Vierdaagse Sponsorloop bestaat sinds 2011. In dat jaar deden 198 wandelaars mee aan het initiatief dat jaarlijks zo’n twintig procent meer deelnemers kreeg. In het jubileumjaar 2016, toen de Vierdaagse haar honderdste verjaardag vierde, werd een recordbedrag van zo’n zes ton voor het goede doel opgehaald. Dit jaar verwacht de organisatie uit te komen op zo’n 550.000 euro. Het hoogste bedrag buiten het jubileumjaar. [1] 
    • In de tachtigste Acht van Chaam haalde Marianne Vos, in het jubileumjaar 2018, haar achtste overwinning in Nederlands oudste wielercriterium. Een unicum. [2] 
    • „Wat ze er in het westen van het land ook van vinden”, lijkt burgemeester Joost van Oostrum het pad te effenen naar ‘gewoon’ een volgende jamkoningin als opvolger van Priscilla Duin. Na 23 jamkoninginnen en een jamkoning - in een jubileumjaar - is Neede niet per definitie rijp voor iets genderneutraals. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jubileumjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia Daan Rieken 16-07-18, Gezocht: BN’er voor goededoelentak Vierdaagse
  2. Tubantia Jan Martens 01-08-18 Marianne Vos maakt haar eigen 'acht' vol in Chaam
  3. Tubantia Peter Zandee 22-08-18 Jammarkt is met koningin Maud generatie verder
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.