jaarlijks

Nederlands

Uitspraak

Geluid: jaarlijks (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈjar.ləks/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈjar.ləks/
- (Limburg): /ˈjar.lɪks/

Woordafbreking

jaar·lijks

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van jaar met het achtervoegsel -lijks [1]

	stellend
onverbogen	jaarlijks
verbogen	jaarlijkse
partitief	jaarlijks

Bijvoeglijk naamwoord

jaarlijks

eenmaal per jaar

- Op hun jaarlijkse familiereünie was het meestal bijzonder gezellig.

Hyponiemen

driejaarlijks, halfjaarlijks, tienjaarlijks, tweejaarlijks, vierjaarlijks, vijfjaarlijks, zesjaarlijks

Vertalingen

1. eenmaal per jaar

Papiamento: anual
Spaans: anual ^(es)
Tsjechisch: coroční ^(cs), každoroční ^(cs)

Bijwoord

jaarlijks

eenmaal per jaar, per jaar

- Zij hadden jaarlijks een familiereünie.

Vertalingen

1.

Engels: yearly ^(en), twelvemonthly ^(en)

Spaans: anualmente ^(es)

Gangbaarheid

Het woord jaarlijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jaarlijks' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

jaarlijks op website: Etymologiebank.nl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.