invalsweg
Nederlands
![](../I/m/Zuphensestraat_Deventer_Daan_Weijl.jpg)
invalsweg bij Deventer
Woordafbreking
- in·vals·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inval ww en weg met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invalsweg | invalswegen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
invalsweg m [1]
- (verkeer) weg die verkeer leidt tot in de stad of het dorp vanaf een grote doorgaande weg en natuurljk ook omgekeerd
- En van de vele dingen die je over Diemen zou kunnen zeggen, lijkt me dit het meest geschikt om als motto te adopteren. Bij elke invalsweg een groot bord: „Diemen, niet meer het Diemen zoals jij het kent, hoor.”[2]
- De politie heeft in het westen van Mexico de afgehakte hoofden van drie mannen ontdekt. Ze werden aan de invalsweg naar Los Reyes in de deelstaat Michoacán gevonden, zei een woordvoerder van het lokale openbaar ministerie. De daders hadden bovendien een boodschap achtergelaten: 'Dit gebeurt met allen, die de gemeentepolitie steunen'. [3]
Vertalingen
1. (verkeer) weg die verkeer leidt tot in de stad of het dorp vanaf een grote doorgaande weg en natuurlijk ook omgekeerd
Gangbaarheid
- Het woord invalsweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'invalsweg' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Paulien Cornelisse 5 mei 2017
- Volkskrant 26 september 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.