inval

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·val
enkelvoud meervoud
naamwoord inval invallen
verkleinwoord invalletje invalletjes

Zelfstandig naamwoord

inval m

  1. het plotseling met een leger- of politiemacht binnendringen in een gebouw of gebied
    • De politie heeft een inval gepleegd in dat pand en vond er een metamfetaminefabriekje. 
  1. plotseling opkomende gedachte
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
invallen

inval

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invallen
    • ... dat ik inval. 

Gangbaarheid

  • Het woord inval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.