intrigeren
Nederlands
Woordafbreking
- in·tri·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slinks te werk gaan’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse intriguer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
intrigeren |
intrigeerde |
geïntrigeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
intrigeren
- overgankelijk interesse wekken, fascineren
- De voordracht intrigeerde me heel sterk waardoor ik onmiddellijk een boek over het onderwerp gekocht heb om me er verder in te verdiepen.
- inergatief met slinkse streken te werk gaan, een heimelijke invloed aanwenden om zijn doel te bereiken
Synoniemen
- [2] bekonkelen, konkelen
Vertalingen
2. met slinkse streken te werk gaan
Gangbaarheid
- Het woord intrigeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'intrigeren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.