instorten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·stor·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
instorten
stortte in
ingestort
zwak -t volledig

Werkwoord

instorten

  1. ergatief zwichten voor de zwaartekracht
    • Dat huis is ingestort nadat het getroffen was door een wervelwind. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord instorten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.