inslapen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inslapen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪnslapə(n)/
Woordafbreking
  • in·sla·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inslapen
sliep in
ingeslapen
klasse 7 volledig

Werkwoord

inslapen

  1. ergatief in slapende toestand geraken
    • Hij was blijkbaar met alle lichten en de televisie nog aan ingeslapen. 
  1. ergatief, (eufemisme) met een overdosis slaapmiddel een dier laten overlijden
    • De hond leed aan een ernstige ziekte en zijn baasjes moesten hem daarom laten inslapen. 
  1. onovergankelijk (eufemisme) sterven, ontslapen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inslapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.