incorrect

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·cor·rect
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onnauwkeurig, ongepast’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van het Frans incorrect; op te vatten als afleiding van correct met het ontkennend voorvoegsel in-[2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen incorrectincorrecterincorrectst
verbogen incorrecteincorrectereincorrectste
partitief incorrectsincorrecters-

Bijvoeglijk naamwoord

incorrect

  1. fout, verkeerd, onjuist
  2. onbehoorlijk, ongepast
Afgeleide begrippen
  • incorrectheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord incorrect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

incorrect

  1. onjuist
  2. onbehoorlijk
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.