incorrect
Nederlands
Woordafbreking
- in·cor·rect
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onnauwkeurig, ongepast’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- van het Frans incorrect; op te vatten als afleiding van correct met het ontkennend voorvoegsel in-[2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | incorrect | incorrecter | incorrectst |
verbogen | incorrecte | incorrectere | incorrectste |
partitief | incorrects | incorrecters | - |
Afgeleide begrippen
- incorrectheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord incorrect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'incorrect' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Frans
Overerving en ontlening
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.