incassatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: incassatie (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˌɪŋkɑˈsaːʦi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɪŋkɑˈsaːsi/
Woordafbreking
- in·cas·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van incasseren met het achtervoegsel -atie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | incassatie | incassaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
incassatie v
- (het) incasseren, het in ontvangst nemen (van geld).
- De incassatie van buitenlandse verkeersboetes verloopt niet altijd even vlot.
Vertalingen
1. (het) incasseren.
Gangbaarheid
- Het woord 'incassatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.