inbinden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bin·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbinden
bond in
ingebonden
klasse 3 volledig

Werkwoord

inbinden

  1. overgankelijk door stevige omwikkeling bijeenhouden
    • Bind voorlopig dat verwonde been maar stevig in. 
  1. overgankelijk losse geschriften tot een enkel boekwerk verwerken
    • Ik heb de losse nummers van dit jaar in laten binden. 
  1. inergatief minder heftig te keer gaan
    • Na die kordate afwijzing heeft hij toch aardig ingebonden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inbinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.