implicatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·pli·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verwikkeling in een zaak’ voor het eerst aangetroffen in 1946 [1]
  • Naamwoord van handeling van impliceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord implicatie implicaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

implicatie v [3]

  1. (medisch) verwikkeling
  2. dat wat in iets opgesloten ligt
  3. (wiskunde) betrekking tusschen twee proposities waarbij de een de ander impliceert
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord implicatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.