imperiaal
Nederlands
Woordafbreking
- im·pe·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘keizerlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- afgeleid van het Franse impérial (keizerlijk) of van imperium met het achtervoegsel -aal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | imperiaal | imperiaals imperialen |
verkleinwoord | imperiaaltje | imperiaaltjes |
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | imperiaal | imperialer | imperiaalst |
verbogen | imperiale | imperialere | imperiaalste |
partitief | imperiaals | imperialers | - |
Gangbaarheid
- Het woord imperiaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'imperiaal' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "imperiaal" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- bagagerek imperiaal op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- keizerlijk imperiaal op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.