ijzervarken

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ij·zer·var·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijzervarken ijzervarkens
verkleinwoord ijzervarkentje ijzervarkentjes

Zelfstandig naamwoord

ijzervarken o

  1. (verouderd) egel [1]
  2. (verouderd) stekelvarken
    • Huijden de 6e Februarij 1741, heeft Julij van Bengalen, lijfeigen van de weduwe Jurgen Radijn, aan ons bekend dat hij, nu eenige daagen geleeden, met zijn meesteresses schaapen in 't veld sijnde, visch, die in sijn knapsak hadde, willende braaden, vuur in een ijzervarkensgat hadde gemaakt, waardor het veld in een swaare brand was geraakt;... Actum Stellenbosch[2] 
Overerving en ontlening

Gangbaarheid
  • Het woord 'ijzervarken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Erinaceus Nederduitsch en latynsch woordenboek Samuel Hannot, David van Hoogstraten, Henricus Verheyk 1771
  2. Criminele Verklaringen 1702-1749 Trials of Slavery at the Cape of Good Hope Nigel Worden, Gerald Groenewald ISBN 0-9584522-7
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.