ijscoman
Nederlands
ijscoman op het Binnenhof
Woordafbreking
- ijs·co·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijsco zn en man zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijscoman | ijscomannen |
verkleinwoord | ijscomannetje | ijscomannetjes |
Zelfstandig naamwoord
ijscoman m [1]
- De trekker met een ijscokraam erachter en aanstormende kinderen is een mooi tafereel. Als ze van koude lekkernijen zijn voorzien, springt de ijscoman weer op zijn trekker en rijdt hij een paar meter verder.[2]
- Toen zelfs haar liaison match made in heaven met nota bene een ijscoman mislukte, vreesde ik even dat er toch een kern van waarheid in moest zitten, maar ik houd toch liever vast aan mijn ervaringen met haar als jarenlange collega bij ‘SBS Shownieuws’.[3]
Gangbaarheid
- Het woord ijscoman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ijscoman' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf SANNE BODE 26 aug. 2017 Zandvoort weer of geen weer
- de Telegraaf 29 mrt. 2017 Column Evert Santegoeds: Strikt Privé
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.