humaan
Nederlands
Woordafbreking
- hu·maan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘menslievend’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | humaan | humaner | humaanst |
verbogen | humane | humanere | humaanste |
partitief | humaans | humaners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
humaan [3]
- gerelateerd aan de mens of hiervan afkomstig, menselijk
- voorzien van de meest positieve eigenschappen van bovengenoemde diersoort
Verwante begrippen
Antoniemen
- [2] inhumaan
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord humaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'humaan' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.