houvast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hou·vast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houvast houvasten
verkleinwoord houvastje houvastjes

Zelfstandig naamwoord

houvast o [2] [3]

  1. voorwerp waaraan men zichzelf of een zaak vast kan houden
  2. (bouwkunde) zware kram met een wigvormige punt aan beide uiteinden, waarmee constructiedelen worden vastgezet
Hyponiemen
  • bladhouvast, pijphouvast, punthouvast, tengelhouvast, tingelhouvast, veerhouvast

Gangbaarheid

  • Het woord houvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.