hospitaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hos·pi·taal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘militair ziekenhuis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1662 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hospitaal hospitalen
verkleinwoord hospitaaltje hospitaaltjes

Zelfstandig naamwoord

hospitaal o

  1. (medisch) ziekenhuis, vooral voor militairen
  2. kweekplaats van jonge oesters
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • [1] hospitaaldienst, hospitaalridder, hospitaalschip, hospitaalziekte
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hospitaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord hospitaal hospitale

Zelfstandig naamwoord

hospitaal

  1. ziekenhuis
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.