lazaret
Nederlands
Woordafbreking
- la·za·ret
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘(veld)hospitaal’ voor het eerst aangetroffen in 1656 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lazaret | lazaretten |
verkleinwoord | lazaretje | lazaretjes |
Vertalingen
1. een grote mobiele medische (militaire) installatie die tijdelijk de taken van een ziekenhuis kan overnemen
Gangbaarheid
- Het woord lazaret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lazaret' herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / lasɑˈʁad /
Woordafbreking
- la·za·ret
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Italiaanse zelfstandige naamwoord lazzaretto, dat weer van de bijbelse naam Lazarus komt
Naar frequentie | 104528 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lazaret | lazarettet | lazaretter | lazaretterne |
genitief | lazarets | lazarettets | lazaretters | lazaretternes |
Afgeleide begrippen
- feltlazaret
- lazaretskib
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.