horoscoop

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ro·scoop
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘punt van ecliptica tijdens geboorte-uur, waaruit de toekomst blijkt’ voor het eerst aangetroffen in 1626 [1]
  • afgeleid van het Griekse hṓrā (tijdstip, seizoen) met het achtervoegsel -scoop [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord horoscoop horoscopen
verkleinwoord horoscoopje horoscoopjes

Zelfstandig naamwoord

horoscoop m

  1. een astrologische voorstelling van het hemelgewelf, gezien vanuit een specifieke plaats op aarde op een welbepaald moment
    • Het maken van een horoscoop is belangrijk in de sterrewichelarij (astrologie). Men gebruikt de term ook wel voor de voorspellingen die worden gemaakt op basis van de horoscoop. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord horoscoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.