hoofdvogel
Nederlands
Woordafbreking
- hoofd·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdvogel | hoofdvogels |
verkleinwoord | hoofdvogeltje | hoofdvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
hoofdvogel m
- de koningsvogel, degene die de hoofdvogel van de topspil afschiet is de nieuwe koning bij het handboogschieten.
- De hoofdvogel afschieten betekend dat men de hoofdprijs heeft gewonnen.
Gangbaarheid
- Het woord hoofdvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoofdvogel' herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.