hoofdrol
Nederlands
Woordafbreking
- hoofd·rol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en rol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdrol | hoofdrollen |
verkleinwoord | hoofdrolletje | hoofdrolletjes |
Zelfstandig naamwoord
hoofdrol v/m
- Hij speelde niet de hoofdrol in dat stuk, maar zijn toneelspel maakte toch grote indruk.
- (figuurlijk) de belangrijkste handelende persoon
- Voor DTC'07 is doorgaans geen hoofdrol weggelegd in de competitie. De fusieclub uit Lattrop en Tilligte moet vaak tevreden zijn met een rol als middenmoter in de vijfde klasse. Maar dit seizoen is er hoogstwaarschijnlijk veel meer mogelijk. [1]
Afgeleide begrippen
- hoofdrolspeelster, hoofdrolspeler
Gangbaarheid
- Het woord hoofdrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoofdrol' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.