hernia
Nederlands
Woordafbreking
- her·nia
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘uitstulping van tussenwervelschijf, ingewandsbreuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hernia | hernia's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hernia v/m
- (medisch) een uitstulping van een orgaan of weefsel uit de lichaamsholte waar het normaliter in ligt
Vertalingen
1. een uitstulping van een orgaan of weefsel uit de lichaamsholte waar het normaliter in ligt
Gangbaarheid
- Het woord hernia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hernia' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.