heenreis
Nederlands
Woordafbreking
- heen·reis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heen en reis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heenreis | heenreizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
heenreis v/m [1]
- Reis van vertrekpunt naar bestemming; eerste helft van een reis heen en terug.
- De ex-nazi en latere NASA-directeur Werner von Braun meende in 1963 dat het in 1986 mogelijk zou zijn een bemande Marsvlucht uit te voeren. Hij zag een retourvlucht voor zich, want „niemand wil de ruimte in om alleen maar een heenreis te maken”.[2]
Gangbaarheid
- Het woord heenreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heenreis' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Atte Jongstra, NRC Handelsblad, 11 september 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.