heden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhedə(n)/
Woordafbreking
  • he·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: vandaag’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2] [3]

Bijwoord

heden

  1. (formeel) in de tegenwoordige tijd, in deze tijd
    • Dat is heden niet meer het geval. 
  1. (formeel) op deze dag
    • Heden is Pinksteren. 
Opmerkingen
  • Heden (schrijftall) is het formelere woord voor vandaag (spreektaal).
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • hedenavond, hedendaags, hedenlands, hedenmiddag, hedenmorgen, hedennacht, hedenochtend, huidig
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: heden ten dage
tegenwoordig
  • [2]: tot op heden
tot vandaag
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord heden -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

heden o

  1. de tegenwoordige tijd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord heden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

heden

  1. heden; de tegenwoordige tijd


Veluws

Zelfstandig naamwoord

heden

  1. heden; de tegenwoordige tijd
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.