hazenpeper
Nederlands
Woordafbreking
- ha·zen·pe·per
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gerecht van hazenvlees’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- samenstelling van haas en peper met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hazenpeper | hazenpepers |
verkleinwoord | hazenpepertje | hazenpepertjes |
Gangbaarheid
- Het woord hazenpeper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.