halfrond
Nederlands
Woordafbreking
- half·rond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van half en rond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfrond | halfronden |
verkleinwoord | halfrondje | halfrondjes |
Zelfstandig naamwoord
halfrond o [1]
- (wiskunde), (geologie) (aardrijkskunde) het oppervlak van een halve bol, met name van de aarde
- Het noordelijk halfrond ontmoet het zuidelijk bij de evenaar.
Hyponiemen
- hemelhalfrond, waterhalfrond
Vertalingen
1. het oppervlak van een halve bol, met name van de aarde
stellend | |
---|---|
onverbogen | halfrond |
verbogen | halfronde |
partitief | halfronds |
Gangbaarheid
- Het woord halfrond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'halfrond' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.