hagelen
Nederlands
Woordafbreking
- ha·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hagelen |
hagelde |
gehageld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
hagelen
- onpersoonlijk, (meteorologie) het uit de hemel neerkomen van hagelstenen
- Het hagelde hard, daardoor raakte de auto beschadigd en barstte de ruit.
Vertalingen
1. het uit de hemel neerkomen van hagelstenen
Gangbaarheid
- Het woord hagelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hagelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.