haarzak

Nederlands

[1] haarzakje
Uitspraak
Woordafbreking
  • haar·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haarzak haarzakken
verkleinwoord haarzakje haarzakjes

Zelfstandig naamwoord

haarzak m [1]

  1. flesvormige holte in de huid met de wortel van een haar
    • Een folliculitis is een ontsteking van de haarzakjes. 
  1. een net dat men om het haar kan spannen, haarnetje
    • Een chirurg moet tijdens het opereren een haarzak dragen. 
  1. een persoon die graag ruzie maakt

Gangbaarheid

  • Het woord haarzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.