haarnetje
Nederlands
Woordafbreking
- haar·net·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar en netje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | haarnetje | haarnetjes |
Zelfstandig naamwoord
haarnetje o dim. tant.
- een dun vlechtsel van draadjes waarmee lang haar bijeengehouden kan worden
- Zij waren om veiligheidsredenen verplicht bij het werk een haarnetje te dragen.
Zelfstandig naamwoord
haarnetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haarnet
Gangbaarheid
- Het woord haarnetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haarnetje' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.