haantje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haan·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord haantje haantjes

Zelfstandig naamwoord

haantje o dim. tant.

  1. (voeding), (tweekleppigen) Cerastoderma edule een schelpdier dat wel als voorafje gegeten wordt in mosselrestaurants
    • Wilt u wat haantjes vooraf? 
  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haan
  2. (pejoratief) macho
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

haantje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haan

Gangbaarheid

  • Het woord haantje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.