grillen
Nederlands
Woordafbreking
- gril·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘roosteren’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- afgeleid van grill met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grillen |
grilde |
gegrild |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- overgankelijk, (kookkunst) bruinen en braden op een open rooster (grill) boven een warmtebron
- Gebruik bij het grillen van vlees, gevogelte en vis altijd een druipschaal om uitlopend vet en vleessappen op te vangen.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord grillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grillen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.