roosteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roos·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op een rooster braden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
roosteren
roosterde
geroosterd
zwak -d volledig

Werkwoord

roosteren

  1. overgankelijk, (kookkunst) in de gloed van een vuur of andere warmtebron gaar laten worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roosteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.