roosteren
Nederlands
Woordafbreking
- roos·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘op een rooster braden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
roosteren |
roosterde |
geroosterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
roosteren
- overgankelijk, (kookkunst) in de gloed van een vuur of andere warmtebron gaar laten worden
Vertalingen
1. in de gloed van een vuur of andere warmtebron gaar laten worden
Gangbaarheid
- Het woord roosteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roosteren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.