grensrechter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·rech·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grensrechter grensrechters
verkleinwoord grensrechtertje grensrechtertjes

Zelfstandig naamwoord

grensrechter m

  1. (voetbal) een van beide assistent-scheidsrechters die aan de zijlijnen van het veld geplaatst zijn
    • De grensrechter hief zijn vlag om buitenspel aan te geven. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord grensrechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.