gratificatie
Nederlands
Woordafbreking
- gra·ti·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans gratification, in de betekenis van ‘bonus’ voor het eerst aangetroffen in 1669, op te vatten als naamwoord van handeling van gratificeren met het achtervoegsel -atie [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gratificatie | gratificaties gratificatiën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gratificatie v
- extraatje bovenop het normale loon bij een feestelijke gelegenheid of als de geleverde prestaties zeer gewaardeerd worden
- Omdat de manager haar werk uitstekend deed kreeg zij naast een verhoging van haar pensioenrechten ook een gratificatie.
Hyponiemen
- kerstgratificatie
Gangbaarheid
- Het woord gratificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gratificatie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.