bijslag
Nederlands
Woordafbreking
- bijĀ·slag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en slag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijslag | bijslagen |
verkleinwoord | bijslagje | bijslagjes |
Zelfstandig naamwoord
bijslag m
- een bijkomend voordeel
Hyponiemen
- continubijslag, duurtebijslag, gezinsbijslag, huurbijslag, kinderbijslag, leeftijdsbijslag, pensioenbijslag, rentebijslag, vakantiebijslag, weduwenbijslag
Afgeleide begrippen
- bijslagtrekkende
Gangbaarheid
- Het woord bijslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijslag' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.