give

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈgiˀ/
Woordafbreking
  • gi·ve
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord habere (hebben) via het Oudnoorse woord gefa.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
give
giver
gav
givet
volledig

Werkwoord

give

  1. [1]: geven
Antoniemen
Verwante begrippen
  • [1]: forære
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: give sig til kende
1. openbaren, zich te kennen geven
2. blijken, opdagen
  • [1]: give til kende
ter kennis brengen, kond doen


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  give (US)    (hulp, bestand)
  • IPA: /gɪv/
  • SAMPA: /gIv/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse given.
vervoeging
onbepaalde wijs to give
he/she/it gives
verleden tijd gave
voltooid
deelwoord
given
onvoltooid
deelwoord
giving
gebiedende wijs give

Werkwoord

give

  1. geven
Uitdrukkingen en gezegden
  • what gives?
    • wat is er?
  • to give something away
    • iets uit de doeken doen
  • to give in
  • to give out
    • waardeloos zijn
  • to give up
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.